De Nederlandse Natuurkundige Vereniging (NNV) is vanaf vandaag Koninklijk.
Tijdens het digitale congres FYSICA 2021 overhandigde commissaris van de Koning Arthur van Dijk symbolisch de oorkonde die hoort bij het predicaat ‘Koninklijk’ aan Diederik Jekel, voorzitter van de NNV.
Van Dijk: ”De toekenning van het predicaat Koninklijk is een erkenning van de vooraanstaandheid van de NNV en een prestigieuze bekroning op het werk van de 100-jarige vereniging.” Jekel: ”Het is heel eervol om dit predicaat te ontvangen. De afgelopen eeuw zijn mijn voorgangers bezig geweest om natuurkunde in de breedste zin van het woord te stimuleren in Nederland. Dat heeft geweldige wetenschappelijke en technologische vooruitgang opgeleverd, en ook de komende 100 jaar zullen we dat blijven doen.”
De NNV is in april 1921 opgericht en behartigt de belangen van de fysica in Nederland, in het voortgezet onderwijs, het hoger onderwijs en natuurwetenschappelijk onderzoek. De vereniging heeft meer dan 4000 leden in het onderzoek, onderwijs, bedrijfsleven en overheid.
Een belangrijk verhaal
De voorzitter van de NNV wordt gekozen door de leden van de vereniging. Diederik Jekel zit inmiddels midden in zijn tweede termijn. Een termijn duurt 2 jaar en een voorzitter mag, net als de Amerikaanse president, maar 2 termijnen aanblijven. Zijn voorzitterschap eindigt in april 2022. Jekel is erg enthousiast over zijn werk als voorzitter, maar vooral over de vereniging en haar inzet voor de natuurkunde in Nederland. “We leven in een maatschappij waar vaak heel snel resultaat wordt gevraagd. Het is belangrijk te blijven vertellen dat investeren in natuurkunde uiteindelijk ontzettend veel op zal leveren. Achter elke technologische revolutie heeft namelijk een wetenschappelijke revolutie gezeten, die weer begon met fundamenteel onderzoek.”
Naar een inclusieve wetenschap
De NNV streeft ernaar dat het werkveld binnen de natuurkunde inclusiever wordt. Een belangrijke taak legt Jekel uit: “Er is in onze maatschappij een sterk beeld van wat een wetenschapper is, en dat moet doorbroken worden. Er is een bekend experiment dat heet ‘Draw a scientist test’. Daarin wordt aan witte kinderen en aan kinderen van kleur gevraagd een wetenschapper te tekenen. Bijna iedereen tekent dan, ongeacht gender of culturele achtergrond, een oude witte man met een baard. Dat beeld zorgt ervoor dat een groep kinderen niet het gevoel heeft dat zij ook deel kunnen nemen aan de wetenschap. Om deze groep toch te bereiken, reiken we bijvoorbeeld een diversiteitsprijs uit aan een instantie die goed met het thema bezig is. Anderen kunnen daar dan weer van leren. We inventariseren ook bij natuurkundigen van kleur wat we in hun ogen beter kunnen doen. Daarnaast hebben we dit jaar alle middelbare scholen de mogelijkheid gegeven om vrouwelijke natuurkundigen voor de klas te laten vertellen wat ze doen.”
Dit soort initiatieven zijn broodnodig volgens Jekel. “Er zullen altijd jongens en meisjes zijn die geen voorbeelden nodig hebben. Maar je mist er ook altijd een hoop. Dat willen we zoveel mogelijk voorkomen.”
Strijden voor fundamenteel onderzoek
Belangrijk voor de toekomst van de natuurkunde is dat er ruimte blijft voor fundamenteel onderzoek. Jekel: “Er is in Nederland te veel een situatie ontstaan waarin de overheid controle probeert te houden. Er is namelijk angst dat wetenschappers geld verkwanselen. Het gevolg is dat onderzoekers moeten strijden om geld. Dat is op zich goed. Daardoor komen de excellente mensen boven. Het probleem is alleen dat als je 100% van het geld verdeelt op deze manier, er altijd een deel geen onderzoek kan doen. Er is bijna geen vrij geld meer, en daardoor is er geen stabiliteit. Als je altijd moet knokken voor geld, kun je minder goed plannen maken op lange termijn. Bepaalde subsidies voor onderzoek worden maar in 10% van de gevallen goedgekeurd. Grote groepen mensen werken 60 uur per week, en doen in hun vrije tijd onderzoek. We raken daardoor mensen kwijt die overwerkt raken en uit de wetenschap stappen. Dat betekent uiteindelijk dat je heel veel menselijk kapitaal verspilt. We moeten daar echt verandering in proberen te brengen.”
Lees het originele artikel