Op 13 juni 1984 was het feest in Bullewijk. Toen opende koningin Beatrix het nieuwgebouwde Academisch Medisch Centrum (AMC). Niet iedereen was even blij met de locatie – het was zo ver weg –, maar 40 jaar later staat het ziekenhuis nog steeds fier overeind. Reden om dat te vieren, met een reis door de tijd en een documentaire.
Hoewel het AMC officieel in 1984 werd geopend, liggen de wortels van het ziekenhuis veel verder in het verleden. 5 eeuwen terug, om precies te zijn, toen in de 16e eeuw het Amsterdamse chirurgijnsgilde zijn intrek nam in de Waag op de Nieuwmarkt.
Chirurgijnsgilde
Het Amsterdamse chirurgijnsgilde werd in 1551 opgericht en bewaakte de medische zorg in de stad. Alle legitieme Amsterdamse chirurgijnen waren erbij aangesloten. Het chirurgijnsgilde verzorgde vakonderwijs in de vorm van anatomische lessen. Een ‘praelector’, later professor genoemd, verzorgde deze lessen. Die waren ook een populair spektakel voor de burgerij. Het gilde maakte goed geld met de lessen. Soms werden er per les wel honderden guldens verdiend. Het chirurgijnsgilde organiseerde ieder jaar een openbare ontleding, waarbij lichamen van geëxecuteerde criminelen werden gebruikt.
De anatomische lessen van Rembrandt
In 1632 schilderde kunstenaar Rembrandt van Rijn het groepsportret De anatomische les van Dr. Nicolaes Tulp. Op het schilderij staat een groep middeleeuwse en vroegmoderne chirurgen, die toekijken terwijl dokter Nicolaes Tulp een lichaam ontleedt in de Waag.
Criminelen ontleed
Dit keer was dat lichaam van de 41-jarige Aris Kindt, een wasketelmaker uit Leiden. Hij was uit die stad verbannen en beproefde zijn geluk in Amsterdam, maar dat pakte niet in zijn voordeel uit. Nadat hij een man van zijn jas beroofde, werd hij veroordeeld tot de dood door ophanging. Dokter Tulp gebruikte vervolgens zijn lichaam voor de anatomieles, zoals geschilderd door Rembrandt. Van medische ethiek had men toen nog niet gehoord.
Lichaamsdelen op sterk water
De anatomische lessen van het chirurgijnsgilde kunnen worden gezien als de voorloper van de academische geneeskunde in de stad. De medische traditie zette zich voort met hoogleraar Gerardus Vrolik, die in 1798 samen met zijn zoon Willem Vrolik een indrukwekkende collectie anatomische preparaten begon samen te stellen. Deze privécollectie stond in hun grachtenhuis en bestond uit normale geconserveerde lichaamsdelen – vaak op sterk water – van mensen en dieren. Maar ook ziektekundige anatomie en aangeboren afwijkingen, zoals Siamese tweelingen op sterk water, en beenderen en skeletten die aangetast waren door ziekte, waren onderdeel van de verzameling.
Na het overlijden van Willem Vrolik werden de preparaten gekocht door een groep rijke Amsterdammers. Zo belandde de collectie bij het Amsterdamse Athenaeum Illustre, de voorloper van de Universiteit van Amsterdam. De verzameling vormde de basis voor het Museum Vrolik, dat tegenwoordig in het AMC te vinden is.
Binnengasthuis van Blasius
De medische geneeskunde in Amsterdam kwam echt tot bloei toen in 1669 anatomiehoogleraar Gerardus Blasius een aantal bedden toegewezen kreeg in het Binnengasthuis, een ziekenhuis voornamelijk voor armen, soldaten, matrozen en reizigers.
Blasius was hoogleraar aan het Athenaeum Illuste, de voorloper van de Universiteit van Amsterdam. Hij gaf les in anatomie en werd in 1660 stadsdokter. In het gasthuis kreeg Blasius 6 bedden die hij mocht bezoeken met studenten, en hij mocht secties uitvoeren op patiënten die in zijn bedden waren gestorven. Zo konden zijn studenten theorie en praktijk met elkaar verbinden.
Smerige boel
Toen de Universiteit van Amsterdam in 1877 het recht kreeg om doctorstitels te verlenen, kreeg het Binnengasthuis ook de status van academisch ziekenhuis. Het werd een centrum voor medisch onderwijs en onderzoek, maar de faciliteiten waren verouderd en voldeden niet meer aan de groeiende eisen.
Het ziekenhuis had een slechte naam. Het aantal patiënten dat overleed aan kraamvrouwenkoorts was ongekend hoog. Artsen en studenten sneden naar hartelust in lijken en de verpleging bestond uit ‘knechten en meiden’ die medicijnen verkochten, eten achteroverdrukten, dronken waren onder werktijd en patiënten mishandelden. De Oostenrijkse arts Joseph Speilt bezocht het Binnengasthuis en noemde het ziekenhuis en de verpleging een ‘afschrikwekkend voorbeeld van ruwheid, traagheid en smerigheid’.
Samenvoeging
Ondertussen werd in 1883 in het Buitengasthuis vlak bij de Overtoomse Vaart de eerste professionele verpleging van Nederland opgezet door verpleegster Anna Reynvaan. Dit werd het latere Wilhelmina Gasthuis. Omdat zowel het Wilhelmina Gasthuis als het Binnengasthuis verbonden waren aan de Universiteit van Amsterdam, werd besloten tot een gezamenlijke nieuwbouw. Dit werd het Academisch Medisch Centrum in Bullewijk, op 13 juni 1984 officieel geopend door koningin Beatrix.
40 jaar later
Het AMC heeft een lange weg afgelegd sinds de dagen van Rembrandt, dokter Tulp en de smerige gasthuizen. In de afgelopen 40 jaar is het ziekenhuis uitgegroeid tot een voorloper op medisch gebied. Zo werd de laatste vijfling van Nederland geboren in het AMC, in 1992. De 2 kerngezonde meisjes en 3 blakende jongetjes werden na 32 weken en 2 dagen geboren, en kregen de namen Maurice, Lucien, Yannick, Blanchette en Yvette. Ook speelde het AMC een cruciale rol in de bestrijding van de aids-epidemie.
Documentaire
In 2018 fuseerde het AMC met het VUmc en vormden ze samen het Amsterdam UMC. Maar daarmee is de markante geschiedenis van het ziekenhuis niet uitgewist. In de documentaire ‘De Nieuwe Blokkers’ van filmmaker Petra van Lint en oud-huisarts Guido Frankfurther wordt die geschiedenis op prachtige wijze in beeld gebracht, onder meer door middel van oude 8mm-filmbeelden die Frankfurther tijdens zijn studententijd maakte.
In de documentaire worden 2 oud-hoogleraren en 2 oud-studenten uit de jaren 80 geïnterviewd. Zij vertellen het verhaal van de nooit eerder vertoonde veranderingen op het gebied van medisch onderwijs, de verhuizing naar het AMC die hiervoor nodig was, en wat voor impact dit had op de studenten en het studentenleven van toen.
De film toont daarnaast ook het Amsterdam van de jaren 80. En er wordt een bezoek gebracht aan de normaal gesloten atoomkelder van het AMC, waar studenten weigerden les te krijgen vanwege het sterke antikernwapensentiment van die tijd.
Meer weten
De documentaire De Nieuwe Blokkers wordt vanaf zaterdag 15 juni vertoond in het oude Pathologisch-Anatomisch Laboratorium op het terrein van het voormalige Wilhelmina Gasthuis, tegenwoordig Bioscoop Lab111, aan de Arie Biemondstraat 111. Kijk voor meer informatie over de documentaire en kaartverkoop op De Nieuwe Blokkers.
Beeld: Stadsarchief Amsterdam
Lees het originele artikel