Lees het originele artikel

Staatssecretaris Van der Burg: “We hebben in de asielopvang meer rust, stabiliteit en een eerlijkere verdeling nodig. Met dit wetsvoorstel komt de taak hiervoor ook bij gemeenten en provincies te liggen. Een ander nieuw element is dat gemeenten die vrijwillig plekken bieden, meer te besteden krijgen voor hun inwoners. Hiermee zetten wij een stap vooruit uit de opvangcrisis“.

Hij vervolgt: “Gezien de onrust in de wereld, de krapte op de woningmarkt en de hoge druk op de asielketen zijn wij er daarmee nog niet. Met het kabinet blijf ik mij inzetten voor maatregelen die zorgen voor meer grip op de aanvragen, de behandeling hiervan en eventueel de terugkeer”.

Met het wetsvoorstel biedt het kabinet een beloning aan gemeenten die op eigen initiatief extra plekken aanbieden boven op wat er aan hen getalsmatig wordt gevraagd. Als het totale aanbod niet voldoet aan het benodigd aantal plekken, dan gaan provincies en gemeenten de aanvullende plekken onder wettelijke taak verdelen. Provincies en gemeenten krijgen hierbij de ruimte voor oplossingen die werken in de lokale praktijk.

In het wetsvoorstel is een 2-jaarlijkse verdeelcyclus opgenomen met in de basis drie stappen:

  • In februari stelt het kabinet een raming op voor de benodigde plekken voor de komende twee jaar. Met daarbij ook de plekken voor bijvoorbeeld alleenstaande minderjarigen. De staatssecretaris brengt vervolgens de bestaande duurzame plekken in kaart en vraagt aan gemeenten vrijwillig extra plekken aan te bieden, boven op wat er van hen getalsmatig wordt gevraagd. Met als beloning 2500 euro per plek per 2- jaarlijkse verdeelcyclus.
  • Als er tot 1 mei nog niet voldoende plekken beschikbaar komen, dan krijgen provincies en gemeenten de taak om de aanvullende benodigde capaciteit met elkaar te verdelen. Voor 1 juli brengen de 12 provincies hierover verslag uit aan de staatssecretaris.
  • Hij neemt dan voor 1 september een verdeelbesluit. Als de verdeling per provincie sluitend en evenwichtig is, dan neemt hij deze over. Waar dat niet lukt, stelt de staatssecretaris het verdeelbesluit in het uiterste geval zelf vast.

Voor 2023 zijn er in totaal ca 55.000 plekken nodig. Nu zijn er ca. 15.000 duurzame plekken beschikbaar. Stel dat gemeenten extra10.000 plekken tegen beloning aanbieden boven op wat er van hen getalsmatig wordt gevraagd. Dan zijn er nog 30.000 plekken over. Provincie en gemeenten bepalen met elkaar hoe zij deze capaciteit verdelen onder de wettelijke taak. Als zij daar in slagen dan neemt het kabinet deze verdeling over.

Beloning voor initiatief van gemeenten

Het kabinet wil waarderen dat gemeenten uit eigen beweging inspanning leveren voor asielopvang. De extra beloning voor een gemeente is vrij besteedbaar ten gunste van haar inwoners. Het komt bovenop de reële compensatie voor de kosten die gemeenten maken voor de opvang van asielzoekers. De voorwaarde daarbij is dat het gaat om een opvanglocatie van minimaal 100 plekken, beschikbaar voor tenminste 5 jaar. Ook kunnen locaties meegerekend worden, wanneer deze binnen één jaar beschikbaar komen.

Tekorten oplossen door opbouw duurzame plekken

Voor gemeenten wordt het met de beloning aantrekkelijker om te investeren in duurzame opvanglocaties. Zo komt er ook stap voor stap extra capaciteit beschikbaar in de komende jaren en hoeven er steeds minder plekken onder wettelijke taak verdeeld te worden. Deze opbouw van duurzame opvanglocaties is nodig om het huidige tekort van tienduizenden plekken op te lossen.

Lokale oplossingen die werken in de praktijk

Het wetsvoorstel zorgt voor een betere verdeling over Nederland, al betekent dat niet dat alle 344 gemeenten tegelijkertijd opvang zullen bieden. Gemeenten kunnen elkaar helpen en met de provincie afspraken maken over wie wat doet. Dat sluit beter aan bij de lokale praktijk. De ene gemeente heeft bijvoorbeeld straks een passende opvangvoorziening, terwijl een buurgemeente juist meer doet op een ander terrein.
Daarnaast is er nog een aanvullende financiële prikkel om te zorgen voor voldoende plekken. Als een provincie extra plekken realiseert boven 75% van hun taak, dan ontvangen zij een beloning van 1500 euro per plek per 2-jaarlijkse verdeelcyclus. Het geld wordt dan naar rato verdeeld onder de gemeenten die meer doen dan getalsmatig is gevraagd.

Evaluatie en volgende stappen

Binnen twee jaar na invoering van de wet vindt een toets plaats om de effecten van de wet in de praktijk in kaart te brengen. Na vier jaar vindt een evaluatie plaats. Uiterlijk vier jaar na inwerkingtreding van de wet zal het kabinet een nieuw wetsvoorstel in procedure brengen dat het toezicht op de uitvoering van de taak door de gemeenten definitief vaststelt. Het wetsvoorstel gaat nu twee weken in consultatie.


Lees het originele artikel