Lees het originele artikel

In januari 2025 starten we met een proef om asielzoekers te helpen bij het vinden van werk. We vinden het belangrijk dat mensen al vanuit de opvang stappen kunnen zetten om zich te ontwikkelen en mee te doen in de samenleving. Denk bijvoorbeeld aan Nederlands leren of oriëntatie op een baan.

Zowel asielzoekers als werkgevers ervaren belemmeringen bij het betreden van de arbeidsmarkt. Met de proef ‘Asielzoekers aan het werk’ willen we die belemmeringen wegnemen. Dat doen we door beter samen te werken met partijen als het COA, het UWV, het Werkgeversservicepunt en uitzendbureaus. Door belemmeringen weg te nemen en beter samen te werken, kunnen we arbeidstekorten oplossen en de mentale gezondheid van asielzoekers verbeteren.

Fase 1: helft asielzoekers aan het werk

In fase 1 van de proef, die loopt van januari tot juli 2025, is het doel de helft van de asielzoekers uit het azc Willinklaan aan werk of een participatieplek te helpen. Voor deze fase is € 750.000,- beschikbaar. Als dit een succes is, gaan we de proef in fase 2 uitbreiden naar andere opvanglocaties. Fase 2 loopt tot eind december 2026.

Belemmeringen bij het vinden van werk

Er zijn veel regels en verplichtingen voor asielzoekers en werkgevers, die een start op de arbeidsmarkt vertragen. Asielzoekers mogen bijvoorbeeld pas werken als hun asielaanvraag 6 maanden loopt. Werkgevers die een asielzoeker in willen schakelen, moeten een tewerkstellingsvergunning (TWV) aanvragen. Dit proces duurt ongeveer 5 weken. Ook is het soms onduidelijk hoeveel asielzoekers met een eigen inkomen aan het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) moeten betalen. Verder kunnen asielzoekers pas werken als zij een  burgerservicenummer (BSN) hebben. Met al deze belemmeringen gaan we in de proef aan de slag. De gemeente Amsterdam en de gemeente Gilze-Rijen helpen sinds deze zomer al om de landelijke achterstand met de burgerservicenummers weg te werken.

Resultaten ‘Vroege Start’ statushouders

In Amsterdam bestaat al de ‘Vroege Start’ voor statushouders. Dat houdt in dat wij een statushouder al vanuit de opvanglocatie laten starten met inburgeren en participeren. Formeel is de gemeente pas verantwoordelijk voor een statushouder als deze een eigen woning krijgt. Uit onderzoek blijkt dat deze aanpak besparingen en positieve maatschappelijke effecten oplevert.

Werken aan de toekomst

Wethouder Rutger Groot Wassink (Sociale Zaken en Opvang): “We veroordelen mensen tot passiviteit en lang wachten, terwijl het beter is dat ze aan hun toekomst werken. Of die toekomst nu in Nederland is of ergens anders. De pilot ‘Asielzoekers aan het werk’ zorgt voor maatschappelijk én financieel perspectief. De evaluatie van de ‘Vroege Start’ laat zien dat elke euro die de gemeente investeert in de begeleiding van statushouders de maatschappij een besparing van € 1,40 tot € 2,90 oplevert op bijvoorbeeld bijstandsuitkeringen en uitvoeringskosten. Ook asielzoekers zonder status mogen volgens de wet een bijdrage aan de maatschappij leveren via betaald werk of vrijwilligerswerk. Dit kan tekorten op de arbeidsmarkt verminderen en het is ook goed voor de mentale gezondheid van asielzoekers.”


Lees het originele artikel