Lees het originele artikel

Na het rapport Remkes laat ook de recente Porthos-uitspraak van de Raad van State opnieuw de noodzaak zien om tot stikstofreductie en natuurherstel te komen. In toenemende mate zitten PAS-melders klem en loopt het vestigings- en ondernemersklimaat vast. Daarom kunnen we vanuit ecologisch, economisch én sociaal oogpunt niet anders dan op korte termijn komen tot een forse stikstofreductie. Dit stelt het kabinet en de maatschappij voor een grote en complexe opgave, waarbij alle partijen uit de agrarische keten en andere sectoren zoals de industrie een bijdrage leveren.

Minister Van der Wal: “Een onontkoombare aanpak van stikstofreductie op korte termijn is noodzakelijk om de natuur te kunnen herstellen. Hierdoor kunnen PAS-melders met prioriteit worden gelegaliseerd en komt er meer ontwikkelruimte beschikbaar voor de bouw en energietransitie. Het kabinet gaat daarvoor met ondernemers om de tafel om te kijken hoe de stikstofuitstoot gereduceerd gaat worden. Ik begrijp dat we daarmee een grote vraag bij deze ondernemers op tafel leggen, welke tot zorgen over de toekomst kan leiden. Het Rijk zal daarom samen met de provincies zoveel mogelijk doen om deze ondernemers optimaal te helpen en te ondersteunen in dit proces.”

Aanpak met effect op korte termijn via piekbelasters

Het kabinet omarmt het advies van Remkes om op korte termijn gericht en versneld de stikstofuitstoot van piekbelasters terug te brengen. Agrarische en industriële bedrijven in de buurt van Natura 2000-gebieden moeten op korte termijn de stikstofuitstoot grotendeels of geheel reduceren. Dat is een moeilijke boodschap voor de ondernemers die het betreft, maar het is de enige manier om zo min mogelijk ondernemingen te raken en PAS-melders met voorrang aan een natuurvergunning te helpen.

Het kabinet en provincies hechten veel waarde aan een benadering waarin de menselijke maat centraal staat. Dit vanwege de grote impact voor deze ondernemers. Daarom zal met zoveel mogelijk van de ondernemers die zich kwalificeren als piekbelaster, een of meerdere gesprekken gevoerd worden over hoe de stikstofuitstoot fors wordt gereduceerd. Dit kan via verschillende manieren: innoveren, vergaand omschakelen/extensiveren, verplaatsing of vrijwillig stoppen. Het kabinet kiest ervoor om boeren in de buurt van beschermde natuurgebieden de mogelijkheid te geven om te stoppen via een eenmalige en tijdelijke regeling die het best mogelijke aanbod is. Met andere woorden, een betere regeling dan deze komt er niet. De regeling is bedoeld voor een significant grotere groep dan aanbevolen door de heer Remkes, waardoor de druk op de natuur sneller kan worden verlaagd en er meer ruimte komt om PAS-melders te legaliseren en belangrijke projecten toe te staan.

Het kabinet werkt deze zogenoemde LBV plus-regeling momenteel verder uit en streeft ernaar om de regeling vanaf april 2023 open te stellen. Uiterlijk in januari worden criteria gepubliceerd op rijksoverheid.nl en aanpakstikstof.nl zodat duidelijk is wie in aanmerking komt voor deze regeling. Ook zal dan informatie gegeven worden over het verdere proces. Uitgangspunt van de gehele aanpak is en blijft vrijwilligheid. In het najaar van 2023 zal het kabinet toetsen aan de hand van (voorziene) resultaten van de aanpak of er voldoende zicht is op het halen van de doelen. Zo niet, dan zal met pijn in het hart overgegaan moeten worden tot de inzet van verplichtend instrumentarium voor een selecte groep piekbelasters.

Industrie

Ook voor piekbelasters in de industrie geldt dat het versneld terugdringen van stikstofdepositie en verduurzaming noodzakelijk is. Deze aanpak wordt apart vormgegeven om goed aan te sluiten op het bestaand beleid en de kenmerken van de sector. Met de circa 50 grootste piekbelasters uit de industrie wordt ingezet op het aanscherpen van vergunningen en versnelde verduurzaming. Ook hiervoor moeten de afspraken in 2023 gemaakt zijn en leiden tot een flinke stikstofreductie. Binnenkort maakt het kabinet de voorlopige stikstofreductiedoelen voor andere sectoren zoals de industrie bekend.

Legaliseren van PAS-meldingen

Het legaliseren van PAS-melders heeft prioriteit voor het kabinet. Deze bedrijven, veelal boeren en hun gezinnen, zijn door tekortschietend overheidsbeleid in forse onzekerheid gekomen. Dit geldt zeker voor PAS-melders waar handhaving dreigt. De situatie waarin zij zitten is verschrikkelijk.

Het kabinet doet er samen met de provincies alles aan om deze mensen en hun bedrijven niet te laten vallen. Daarvoor stelt het kabinet 250 miljoen euro beschikbaar voor provincies om maatwerk toe te passen. Provincies kunnen daartoe direct maatregelen nemen. Ook willen we samen met provincies, al lerend van elkaar, kijken welke mogelijkheden er zitten in de regelgeving om PAS-melders te legaliseren. Tot slot, als afzien van handhaving niet mogelijk is, komt het kabinet met een schadeloket om de geleden schade te vergoeden.

Minister Van der Wal: “Ik begrijp dat dit de onzekerheid van de mensen die het treft niet wegneemt, maar het kabinet spant zich tot het uiterste in om deze mensen niet te laten vallen.”

Regie op stikstofruimte

Om op lange termijn meer stikstofruimte te creëren, gaat het kabinet de huidige bronmaatregelen (maatregelen om de stikstofuitstoot aan de bron te beperken) versterken en versnellen. Het kabinet stelt 400 miljoen euro extra beschikbaar voor het programma Schoon en Emissieloos bouwen. Ook wordt er 200 miljoen euro beschikbaar gesteld voor een aantal specifieke (bovenwettelijke) stikstofmaatregelen op het gebied van industrie, bouw en mobiliteit. De ruimte die ontstaat door landelijke bronmaatregelen, wordt zorgvuldig geregistreerd in het stikstofregistratiesysteem. Het kabinet zet in op sterke regie over de verdeling van de ontstane stikstofruimte.

Opvolging advies Remkes

Met onder meer de aanpak piekbelasters volgt het kabinet het advies van de heer Remkes op. De aanpak op korte termijn is ook noodzakelijk om de boeren die door willen ook op de lange termijn ontwikkelruimte te bieden in hun transitie naar kringlooplandbouw. Maar het kabinet wil ook een langjarige duurzame toekomst voor de agrarische sector borgen: een toekomstbestendige positie van de landbouw als strategisch belangrijke economische sector, koploper op innovatie, producent van duurzaam voedsel, een vitaal platteland. Tegelijkertijd speelt de landbouw een belangrijke rol in het realiseren van de doelen op gebied van natuur, water, bodem en klimaat. Middels het Nationaal Programma Landelijk Gebied werken de provincies aan de gebiedsgerichte transitie om de natuur- water- en klimaatdoelen te realiseren.

Aanscherpen en vereenvoudigen van de toestemmingsverlening

Verschillende gerechtelijke uitspraken hebben de afgelopen jaren laten zien dat vergunningverlening lang niet altijd stand houdt voor de rechter. Dat zorgt voor onzekerheid voor ondernemers en bevoegde gezagen. Daarom zet het kabinet stappen om toestemmingverlening mogelijk te houden en tegelijkertijd minder onzeker te maken.

Het kabinet constateert, op basis van gerechtelijke uitspraken en onderzoek naar gebruik van Rav-factoren (emissiefactoren), dat Rav-factoren onvoldoende betrouwbaar zijn om op basis hiervan nieuwe natuurvergunningen voor emissiearme stalsystemen te kunnen verlenen. Voor agrarische ondernemers die van plan zijn om een nieuw emissiearm stalsysteem te bouwen, betekent dit dat zij voortaan een passende beoordeling moeten uitvoeren om na te gaan of zij een natuurvergunning hiervoor kunnen krijgen. De bestaande handreiking passende beoordeling wordt hiervoor in overleg met de provincies en betrokken sectorpartijen aangepast. Voor natuurvergunningen die al zijn verleend en waarbij het niet meer mogelijk is om bezwaar of beroep in te stellen, heeft dit voornemen van het kabinet geen gevolgen. Buiten kijf staat dat innovatie een belangrijke rol speelt en blijft spelen in het halen van de doelen, of het nu gaat om natuur, klimaat of water. Daarom zet het kabinet zich samen met de provincies en de sector in op het vereenvoudigen van de vergunningaanvraag hiervoor en het stimuleren van innovatie om de doelen te halen.

Tot slot kijkt het kabinet naar mogelijkheden om administratieve lasten voor bouwprojecten met kleine stikstofdeposities te beperken. Voor de lange(re) termijn is het doel toestemmingverlening te vereenvoudigen en ontwikkelperspectief te bieden voor economische en maatschappelijke activiteiten Zo onderzoekt het kabinet een ondergrens waarmee bepaalde projecten niet vergunningplichtig zijn. Uitgangspunt hierbij is dat eventuele negatieve gevolgen op beschermde natuurgebieden nadrukkelijk kunnen worden uitgesloten.


Lees het originele artikel